Er stroom water in de zoutkoepel Asse in Nedersaksen dat vaten radioactief afval aantast. Dit water vangt men op en gaat binnenkort misschien naar de Noordzee. De opslagmijn brokkelt zonder tegenmaatregelen steeds verder af.
Ellen van de Berg van de vpro-radio vroeg me om als deskundige en vertaler mee te gaan naar Asse. Bij de rondleiding in de zoutkoepel op 5 februari heb ik niets genoteerd. Maar ik weet zeker dat de voorlichter van het Bundesamt für Strahlenschutz (BfS), Werner Nording, de zoutkoepel herhaaldelijk vergeleek met een gatenkaas. Dit beeld schetst helder wat er te zien is.
12.000 liter water per dag in opslag kernafval
In de zoutkoepel Asse zijn tot 1978 zo’n 125.000 vaten laag- en 1300 vaten middelradioactief afval opgeslagen. Het laagradioactief afval ligt in 12 opslagruimtes op 725 tot 750 meter diepte, het middelradioactief afval in één opslagruimte op 511 meter diepte. Er stroomt al 15 jaar lang dagelijks 12.000 liter water de zoutkoepel in. Een klein deel daarvan stroomde als pekel door opslagruimtes met radioactief afval en heeft vaten aangetast, waardoor er radioactiviteit uit de vaten lekte. Het BfS is verantwoordelijk voor de veiligheid van de opslag en houdt er rekening mee dat alle gangen helemaal onder water komen te staan. Daarom moeten alle vaten opgegraven worden..
Voordat we naar beneden mogen om uitleg te krijgen over de stand van zaken, worden we gemeten op radioactiviteit en krijgen we een dosismeter om: beginstand 0,00.
Water naar de zee dragen
We gaan met de lift naar 490 meter diepte, waar een hels lawaai is van pompen. Daar zie ik een stuk of acht water-opslagbassins van 10 bij 50 meter en 4 meter hoog. Vanuit de aardlagen om de zoutkoepel stroomt er grondwater naar binnen via spleten in het zout en wordt dan op 680 meter diepte opgevangen. Het water is zout geworden. Van de 12.000 liter per dag wordt er 10.500 liter opgepompt naar de opslagbassins op 490 meter. De resterende 1500 liter wordt gebruikt voor de aanmaak van beton. Vanuit de opslagbassins wordt het water naar het maaiveld gepompt en via tankwagens naar de zoutkoepel Mariaglück bij Celle gebracht. Het BfS is van plan om het zoute water binnenkort vele jaren lang naar de Noordzee te vervoeren, een afstand van 130 kilometer. Dat lijkt veel op water naar de zee dragen.
Erosie, verbogen metaal, druppels water en gatenkaas
Op 750 meter diepte, net buiten het hek om te voorkomen dat we dicht bij een opslagkamer met vaten afval komen, is het ongeveer 30 graden warm. Nording wijst me erop, dat door de druk van het zout en de aardlagen, een dikke ijzeren T-balk binnen vijf jaar sterk verbogen is en dat zich in een paar jaar overal spleten hebben gevormd, waar water door naar binnen kan komen. Er hangt een emmer aan het plafond om waterdruppels op te vangen. Een zijgang wordt volgestort met beton. Dat gebeurt overal op plekken waar de “gatenkaas” het zwakste is. Pas als dat af is, kan het opgraven van de vaten beginnen en volgens Nording duurt dat tot ongeveer 2030.
Kernafval nauwelijks te bergen in een afbrokkelende wereld
Er is één lift van 1,5 bij 3 meter waar alles en iedereen mee naar beneden moet. Op 490 meter diepte staan bij de lift een paar setjes autobanden en ik zie graafmachines en auto’s. Ik vraag aan Nording hoe die daar gekomen zijn. Hij legt uit dat ze in onderdelen naar beneden vervoerd worden. Sommige onderdelen zijn te groot voor de lift, worden eerst in stukken gezaagd en beneden weer aan elkaar gelast. Ook daarom vorderen de opgraafplannen traag.
Het gangenstelsel lijkt stabiel, maar dat is het alleen op de korte termijn. Zout kruipt en de gangen slibben dicht zonder onderhoud, zodat eenmaal opgeborgen vaten niet gemakkelijk teruggehaald kunnen worden. De plafonds van het gangenstelsel waar ik loop zijn mooi gefreesd om te voorkomen dat er plakken zout losraken. Maar voor de zekerheid moet ik wel een helm ophebben.
Ik krijg niets op mijn kop en weer boven gekomen staat mijn dosismeter nog steeds op 0,00, zoals ik al verwacht had. Stralingsvrij kan ik door de openslaande hekken weer naar buiten.
(VPRO, bureau buitenland, radio 1, 17 februari, 19-20 uur)
Update 19 februari 2013: reportage Radio 1 online te beluisteren
De reportage die verslaggever Ellen van den Berg (VPRO) samen met kernenergie deskundige Herman Damveld (Co2ntramine) in Duitsland maakten voor radio 1 is nu online terug te luisteren: Een stille nucleaire ramp
Deze mensen zijn gestoord en een van de redenen dat ik geen vis meer eet al helamaal niet vanuit de noord zee. En ook niet op vakantie in normandie met de franse vissers boven op het radioactief afval gedumpd in de jaren 70
Iedereen die mee werkt aan opslag in zout lagen in een land onstaan en constant onder en over vloeid door water moet worden vervolg.