Als ook de kolencentrale van RWE aan de Eemshaven in bedrijf komt, staat daar over 7 jaar maar liefst 23 procent van wat alle Nederlandse elektriciteitscentrales kunnen leveren. Daarmee is de Eemshaven veruit de grootste stroomproducent van Nederland en dat is erg ongunstig.
Risico op grootschalige stroomuitval
De concentratie van elektriciteitscentrales op slechts vier locaties verhoogt de kans op grootschalige stroomuitval. Bovendien is het elektriciteitsnet onvoldoende voorbereid op de groei van duurzame energie. Dat staat in de evaluatie van het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III), gemaakt door Kwink Groep in een consortium met ECN.
Meer dan helft productie op 4 plaatsen
Het SEV III uit 2009 van het ministerie van Economische Zaken gaat over vestigingsplaatsen voor grootschalige elektriciteitsopwekking en over globale tracés van hoogspanningsleidingen van 220 kV of hoger.
De afgelopen jaren zijn op maar een paar plaatsen grote centrales gebouwd. In 2020 staat de helft van de productie opgesteld op vier vestigingsplaatsen (Eemshaven 23%, Maasvlakte 13%, Borssele 8% en Maasbracht 8%) op een totaal van 21 gebruikte vestigingsplaatsen. Deze concentratie kost extra geld, lezen we, want het “vereist vaak aanzienlijke investeringen in verzwaring en uitbreiding van het hoogspanningsnetwerk. De kosten hiervan zijn mogelijk niet in verhouding met het kostenvoordeel die de elektriciteitsproducent realiseert door te kiezen voor die specifieke vestigingsplaats. Er zijn immers ook vestigingsplaatsen beschikbaar waar nieuwe productie kan worden gerealiseerd zonder verzwaring en uitbreiding van het netwerk.”
Calamiteit Eemshaven kan black-out veroorzaken
Deze concentratie verhoogt de kans op grootschalige stroomuitval: “Bovendien geeft de landelijke netbeheerder aan dat het opstellen van meer dan 3000 Megawatt vermogen op één vestigingsplaats grote risico’s kent in geval van ongeplande vermogensuitval”. Als er op één van die vier locaties een calamiteit is, waardoor alle centrales uitvallen, kan dit “niet worden opgevangen binnen het Europese netwerk, met mogelijk een grote black-out als gevolg.”
Kernenergie in Eemshaven
Overigens, de optie kernenergie blijft open, want volgens de stroomproducenten zijn nog twee geschikte vestigingsplaatsen beschikbaar (Borssele en Eemshaven). (Zie ook: Eemshaven blijft op lijst kerncentrale)
Netwerk bottleneck duurzame energie
Het SEV III is voldoende wat betreft het transport van elektriciteit uit centrales op kolen, aardgas of kernenergie. Of de elektriciteitsvoorziening geschikt is voor het halen van de doelstelling voor duurzame energie is de vraag. Immers, “de opkomst van windenergie op land en op zee vraagt wel om uitbreiding en aanpassing van het hoogspanningsnetwerk” om het opgewekte vermogen duurzame energie te transporteren naar de gebruikers. “Onder elektriciteitsproducenten bestaat echter de zorg dat de geplande 380 kV verbindingen niet volstaan en dat de nieuwe verbindingen niet tijdig gereed zijn om de 16% doelstelling in 2020 te halen.”
De terugtredende overheid
In feite illustreert het SEV III de terugtredende overheid. In het eerste SEV uit 1975 stelde de regering dat de elektriciteitsvoorziening moest voldoen aan ecologische voorwaarden en een bijdrage moest leveren aan de ontplooiing van de bevolking. Volgens het SEV II van 1994 is de hoofddoelstelling van het elektriciteitsbeleid het zorgen voor een betrouwbare elektriciteitsvoorziening tegen zo laag mogelijke kosten en op maatschappelijk verantwoorde wijze. Het SEV III weerspiegelt volgens de regering de liberalisering van de stroommarkt van 1998 en ‘stuurt alleen op hoofdlijnen, zodat anderen hun verantwoordelijkheid kunnen nemen’. Die verantwoordelijkheid is nu blijkbaar onvoldoende genomen.