Nederland loopt achter op andere landen in Europa bij het terugdringen van de uitstoot van CO2. Dat staat in vandaag gepresenteerd rapport van de Raad voor het Landelijk Gebied, de Raad voor Verkeer en Waterstaat en de VROM-raad. Deze drie adviesraden dringen er bij de regering op aan om het tij te keren.
Niet alleen nam de uitstoot van CO2 in Nederland minder af dan in de ons omliggende landen, ook was het aandeel hernieuwbare energie lager en stijgt ons totale energieverbruik. Daarom pleiten de raden in hun rapport getiteld “Remmen los, versnelling van de transitie naar een duurzame energiehuishouding in Nederland” voor een ‘versnelling’ van de overgang naar een duurzame energievoorziening.
Ook komen ze met concrete aanbevelingen. Zo willen ze dat het kabinet duidelijke doelen stelt, ook voor de periode na 2020, en die bovendien wettelijk vastlegt. Ook pleiten de raden voor een overeenkomst met de industrie voor de lange termijn. Als vrijwillige afspraken niet voldoende zijn om milieudoelen te halen, zou er wetgeving moeten komen.
Verder adviseren de raden om een leveranciersverplichting in te voeren die energiebedrijven dwingt tot een bepaald percentage duurzame energie. Daarnaast sturen ze aan op aanpassingen in het belastingstelsel dat uitgaat van het principe “de vervuiler betaalt”. (Op dit moment zit ons belastingstelsel vol verborgen kortingen en subsidies die grootverbruikers en vervuilers stimuleren. Zie daarvoor onder andere het artikel ‘subsidie fossiele energie vier maal hoger dan subsidie hernieuwbare energie’).
Tot slot pleiten de partijen, ook bekend als ‘raden voor de leefomgeving en infrastructuur‘, bij de regering voor een ‘groene investeringsmaatschappij’, waarbij onder meer pensioenfondsen en banken geld steken in projecten voor hernieuwbare energie.
Het idee van een leveranciersplicht is leuk maar gaat dit ook daadwerkelijk gebeuren. En gaat dit de consument dan niet heel veel extra geld kosten?