Een grote meerderheid in de Provinciale Staten van Groningen is tegen de Eemshaven als mogelijke vestigingsplaats van een kerncentrale. Op 7 november stemden de meeste partijen in met een motie van D66, PvdA, Groenlinks en de VVD, waarin Gedeputeerde Staten wordt gevraagd om bij de minister van Economische Zaken aan te dringen op het schrappen van de Eemshaven als mogelijke locatie voor een kerncentrale. En nu hopen dat de regering van VVD en PvdA de Eemshaven van tafel haalt.
1986: regering stelt vestigingsplaatsen kerncentrales vast
Begin jaren tachtig hadden we de brede maatschappelijke discussie over kernenergie. Resultaat: de meerderheid van de bevolking wilde geen nieuwe kerncentrales. De regering zag het anders en besloot in januari 1985 tot de start van de Planologische Kernbeslissing (PKB) Vestigingsplaatsen voor kerncentrales 1. Dat leverde rumoerige inspraakbijeenkomsten op. In januari 1986 volgde het regeringsbesluit, de PKB Vestigingsplaatsen voor kerncentrales deel d2.
Hierin lezen we: “Gewaarborgd moet worden dat bovenbedoelde locaties ook later nog zoveel mogelijk voldoen aan de belangrijkste criteria van de selectie van de vestigingsplaatsen”…”In het gebied van 0 tot 5 kilometer rond een (geplande) kerncentrale is het beleid gericht op het handhaven van gunstige lage bevolkingsdichtheden en op het vermijden van de vestiging van voorzieningen die tot aanwezigheid van grote aantallen moeilijk te verplaatsen mensen kunnen leiden”…”In een gebied van 5 tot 20 kilometer rond een (geplande) kerncentrale is een ontwikkeling volgens de ruimtelijke doelstellingen voor dat gebied in beginsel toegestaan. Dit beleid wordt gevoerd door toetsing van streek-, structuur- en bestemmingsplannen voor het betreffende gebied” (PKB, deel d, pagina 8). Ook zijn explosiegevaarlijke inrichtingen binnen 3 kilometer verboden. Dit alles betekent dat toekomstige, “nu nog niet bekende ontwikkelingen met betrekking tot woningbouw, bevolking, recreatie, voorzieningen en/of industriële bedrijvigheid, enige praktische consequenties zullen ondervinden van het waarborgingsbeleid.” (PKB, deel d, p 64)
2009: Eemshaven, Maasvlakte en Borssele mogelijke plaatsen kerncentrale
Op 13 maart 2009 verscheen het Derde Structuurschema Elektriciteitsvoorziening (SEV III) onder verantwoordelijkheid van de minister Van der Hoeven (CDA) en Cramer (PvdA). In het SEV III gaat het ook om het ‘waarborgingsbeleid kernenergie’ waarin de 5 locaties zijn opgenomen voor een mogelijke kerncentrale: Moerdijk, Westelijke Noordoostpolderdijk, Maasvlakte, Eems en Borssele. De regering stelt: Alleen op de Maasvlakte kan een kerncentrale aangelegd en gebouwd worden “zonder risico’s voor significante gevolgen” voor de omgeving. Bij de andere locaties (Eemshaven, Westelijke Noordoostpolderdijk, Borssele en Moerdijk) zijn er kleine kansen op ongelukken met grote gevolgen.
Na inspraak kwam de regering in 2010 tot een beslissing. Vanwege de boven genoemde zone van vijf kilometer, valt de Moerdijk af omdat er teveel mensen wonen; de Westelijke Noordoostpolderdijk valt af omdat bij een ernstig ongeluk “de strategische drinkwatervoorraad in het IJsselmeer radioactief kan worden verontreinigd”. Blijven dus over: Eemshaven, Maasvlakte en Borssele.3
2012: Provincie Groningen wil geen kerncentrale
Het waarborgingsbeleid komt er dus op neer dat de regering wil voorkomen dat vooral binnen een straal van vijf kilometer nieuwe fabrieken met veel werknemers of grote wooncomplexen (bv bejaardenflats) of recreatiegebieden worden aangelegd. En dit beleid is nog steeds van kracht. En Provinciale Staten van Groningen willen van dit beleid af.
Bronnen:
1. Tweede Kamer, 18830, nrs 1-4.
2. Tweede Kamer, vergaderjaar 1985-1986, 18830, nrs. 46-47.
3. http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2010/02/25/derde-structuurschema-elektriciteitsvoorziening-deel-4-planologische-kernbeslissing.html, 25 februari 2010.