Kernenergie een onverzekerbaar risico

De verzekeringsmaatschappijen weigeren de schade te dekken die mensen kunnen oplopen door een ongeluk met een kerncentrale. Blijkbaar vinden ze kernenergie een te groot risico en te onveilig. Wie de kleine lettertjes van de schadeverzekering bestudeert, komt ook een paragraaf tegen over schade die niet gedekt wordt. Behalve oorlog wordt ook schade “veroorzaakt door of samenhangend met atoomkernreacties” niet gedekt.

Deze uitsluiting is niet toevallig. Er is namelijk een afspraak tussen de verzekeringsmaatschappijen dat zij niemand individueel zullen verzekeren tegen de risico’s van kernenergie. 1

Om schade door kernenergie vergoed te krijgen, moet je je wenden tot de eigenaren van de kerninstallaties. Maar bij grote ongelukken zul je daar bot vangen. De exploitanten van kerninstallaties hoeven zich maar beperkt te verzekeren tegen de schade die anderen er van ondervinden. Dat is geregeld in internationale verdragen.

De wettelijke aansprakelijkheid van de exploitanten van kern¬centrales is beperkt bij de Verdragen van Parijs (1960) en Brussel (1963). Deze verdragen liggen ten grondslag aan de Nederlandse Wet Aansprakelijkheid Kernongevallen (WAKO).

Waarom is de aansprakelijkheid beperkt? In het gemeenschappe¬lijk commentaar bij het Verdrag van Parijs lezen we: “In de eerste plaats omdat volgens het geldende recht de exploitanten van kerninstallaties onbeperkt aansprakelijk zouden zijn terwijl het duidelijk is dat onbeperkte financiële dekking onmogelijk kan worden verkregen.” Ook lezen we: “De zeer zware financiële lasten, die het gevolg zouden kunnen zijn van onbeperkte aansprakelijkheid, zouden de ontwikkeling van de kernindustrie ernstig in gevaar kunnen brengen.” In maart 2003 stelde Juhani Santaholma van de Finse Energie-industrie Commissie dat onbeperkte aansprakelijkheid zal leiden tot het faillissement van de exploitant van de kerncentrale, wanneer zich een ongeluk voordoet. Hij zei dit vanwege de plannen om in Finland een nieuwe kerncentrale te bouwen. 2

De wet aansprakelijkheid kernongevallen beschermt dus vooral de kernindustrie. De kernindustrie is voor de Europese Commis¬sie en de Nederlandse regering een belangrijker waarde dan de bevolking en het milieu.

Nederland heeft in 1989 de wet aansprakelijkheid kernongevallen herzien. De maximale aansprakelijkheid voor de exploitant van een nucleaire installatie bedroeg toen 400 miljoen gulden (zo’n 180 miljoen euro) en de staat zorgt voor een aanvullende dekking tot 2 miljard gulden (ruim 900 miljoen euro).
In het nieuwste voorstel tot wijziging van de WAKO van juli 2007 is het schadebedrag waarvoor de exploitant van een kerncentrale zich maximaal moet verzekeren opgehoogd van 340 miljoen tot 750 miljoen euro. Het bedrag van de schade die boven deze 750 miljoen uitgaat (en waarvoor de staat zich aansprakelijk stelt) is verhoogd naar 3,2 miljard euro per kerncentrale. Uit de Memorie van Toelichting blijkt dat het ministerie van Financiën een reservering van ruim 14 miljard euro op de balans heeft staan voor de zeven installaties die onder WAKO vallen. In de Memorie wordt bij artikel 18 opgemerkt “dat hiermee uitdrukkelijk niet bedoeld is de indruk te wekken dat met het gekozen bedrag (3,2 miljard per installatie, H.D.) alle financiële gevolgen van een ernstig kernongeval kunnen worden vergoed. Een dergelijke schade zal immers vele malen groter kunnen zijn.” 3

En dat klopt. De schade van het ongeluk te Tsjernobyl in 1986 is zeker 300 miljard dollar 4 (210 miljard euro, afhankelijk van de gebruikte wisselkoers). Analisten van Bank of America Merrill Lynch hebben op 31 maart 2011 een voorlopige berekening gepubliceerd van de schade van het ongeluk met de kerncentrales te Fukushima: 133 miljard dollar 5 (94 miljard euro). Een ongeluk met een nieuw te bouwen kerncentrale in Nederland waarbij een tiende vrijkomt van de radioactieve stoffen die bij het Tsjernobyl-ongeluk zijn geloosd, geeft volgens de Nederlandse regering een schade van 17 tot 30 miljard gulden 6 (7,2 tot 13,6 miljard euro). Hier volgt uit dat een groot deel van de schade niet gedekt is.

Minister Verhagen van Economische Zaken herhaalde op 11 februari 2011 in de “Randvoorwaarden voor de bouw van nieuwe kerncentrales” de bovengenoemde bedragen van 750 miljoen en 3,2 miljard euro. De verhoging van 340 naar 750 miljoen voor de exploitant en van 900 miljoen naar 3,2 miljard aanvullende dekking, is echter nog niet van kracht geworden, stelde hij. 7

Maar als de nieuwe kerncentrales veilig zijn, zoals de voorstanders van kernenergie als minister Verhagen graag zeggen, waarom moet de aansprakelijkheid dan beperkt worden? Dus hetzij zijn de kerncentrales veilig en is de aansprakelijkheid onbeperkt. Of ze zijn onveilig en dan moeten we die kerncentrales niet bouwen.

1 G.E. van Maanen, Pleidooi voor verbetering van de rechts¬positie van slachtoffers van kernongevallen”, lezing op het NVMP-symposium ‘Wat leert Tsjernobyl ons?’ op 13 september 1986 in Amsterdam, in verkorte versie afgedrukt in: Nederlands Juristenblad, 29 november 1986, pp. 1342-1345. De citaten in dit artikel komen uit deze lezing.
2 Nucleonics Week, 13 maart 2003, p. 11.
3 Tweede Kamer, Vergaderjaar 2006-2007, Kamerstuk 31119, Wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen ter uitvoering van het Protocol van 12 februari 2004 houdende wijziging van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie en ter uitvoering van het Protocol van 12 februari 2004 houdende wijziging van Verdrag van 31 januari 1963 tot aanvulling van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van de kernenergie, nr. 3, MEMORIE VAN TOELICHTING.
4 Herman Damveld. “Tsjernobyl, 10 jaar later”, Greenpeace Chernobyl Papers No. 4, maart 1996.
5 http://www.reuters.com/article/2011/03/31/us-tepco-compensation-idUSTRE72U06920110331, 31 maart 2011.
6 Stuurgroep Project Herbezinning Kernenergie, SPH-06-13 Hoofdrapport, Economische schade van een ongeval met een kerncentrale.
7 Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en innovatie, “Randvoorwaarden voor de bouw van nieuwe kerncentrales”, 11 februari 2011.

Auteur: Herman Damveld

Herman Damveld woont in Groningen en is zelfstandig onderzoeker en publicist over energie. Vanaf 1976 houdt hij zich bezig met plannen voor ondergrondse opslag van kernafval. Hij heeft daar veel over gepubliceerd. In 1996 kwam hij ook rapporten tegen over ondergrondse opslag van CO2 en ziet veel overeenkomsten tussen hoe de overheden omgaan met kernafval en met CO2. De zonnepanelen van Damveld maken meer stroom dan hij gebruikt en hij is dus stroomproducent.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.