Onlangs is de zogeheten dialoogtafel over aardgas ingesteld onder leiding van J. Wallage, de vroegere burgemeester van Groningen. Er is kritiek op de riante vergoeding die Wallage en anderen daarvoor krijgen, maar daar heb ik het nu niet over. Bij een dialoogtafel verwacht je dat de deelnemers het kunnen hebben wat ze belangrijk vinden. Het idee is ook om tot een gezamenlijk besluit te komen waar iedereen (onder andere de NAM, de overheid en de milieuvertegenwoordiger en de Groninger Bodem Beweging) zich aan moet houden. Dat lijkt heel mooi, maar er zit een grote adder onder het gras, bleek bij het debat in de Tweede Kamer op 5 februari jl.
Bijvoorbeeld de Groninger bodem Beweging en Schokkend Groningen willen dat er minder aardgas gewonnen wordt. Je zou dus kunnen denken dat ze dat zouden kunnen bereiken via de dialoogtafel. Maar niets is minder waar, zo zei minister Kamp van Economische Zaken heel duidelijk. Twee citaten:
“De dialoogtafel kan niet in mijn verantwoordelijkheid treden. Ik ben in de positie om te bepalen of we de Mijnbouwwet toepassen. Ik ben ook in de positie om met de NAM om te gaan en met de Kamer te communiceren. Ik moet een besluit nemen over het winningsplan. Ik doe voorstellen aan het kabinet voor besluiten. Uiteindelijk worden die besluiten genomen volgens de procedures die daarvoor staan. Daar heb ik dan weer verantwoording over af te leggen.” Even later zei de minister: “Je kunt er dus aan een dialoogtafel over praten, maar we moeten niet de suggestie wekken dat de besluitvorming daar kan plaatsvinden. Die besluitvorming is wettelijk vastgelegd, en daarvoor ben ik politiek verantwoordelijk. Ik leg daarover aan het parlement verantwoording af.”
Kortom, de dialoogtafel mag over van alles praten, maar niet over het onderwerp dat Groningers belangrijk vinden, namelijk minder aardgas uit de grond halen. Daar gaat de minister over, vindt hij. Ik zou niet mee willen doen met een dergelijke dialoogtafel, maar gelukkig ben ik ook niet gevraagd.