De discussie over berging van radioactief afval in zoutkoepels of kleilagen komt weer op gang. Niet omdat de Nederlandse regering dat wil, maar omdat de Europese Commissie (EC) dat eist. Nu zal immers duidelijk worden dat het kernafvalbeleid van de regering niet klopt. De EC heeft in 2011 in een richtlijn bepaald dat elke lidstaat uiterlijk eind augustus 2015 een Nationaal Programma voor eindberging van radioactief afval moet maken; daarbij is inspraak van de burgers een vereiste. Daardoor komt de PvdA/VVD-regering in de problemen.
Berging van radioactief afval
In 1976 stelde de regering dat de berging van radioactief afval in zoutkoepels in Noord-Nederland rond het jaar 2000 zou beginnen. Door verzet op basis van argumenten ging dit plan niet door. De regering besloot vervolgens de berging door te schuiven naar de volgende eeuw. Maar de argumentatie klopt niet en er is ook niet genoeg geld opzij gelegd om de berging te kunnen betalen. De inspraak die de EC eist heeft tot nu toe evenmin plaatsgevonden.
Onjuist citaat over ondergrondse opslag kernafval
De afgelopen jaren had de regering het over bovengrondse opslag tot het jaar 2130 en verwees daarbij naar de Nota Radioactief Afval uit 1984. In deze nota gaat het echter om enkele tientallen jaren bovengrondse opslag van hoogradioactief afval, gevolgd door ondergrondse berging. Volgens de nota had de berging in bijvoorbeeld zoutkoepels nu gepland of al in werking moeten zijn. Dat is echter niet het geval. De regering schuift het probleem meer dan honderd jaar vooruit door onjuist te citeren uit de Nota Radioactief Afval. Dit onjuiste citaat werd recentelijk herhaald door bijvoorbeeld Jan Prij kernafval-onderzoeker bij NRG (Nuclear Research and consultancy Group te Petten), Ewoud Verhoef, adjunct-directeur van de COVRA (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval), en de onderzoeksinstelling Rathenau Instituut. Ook in het door de overheid gefinancierde Meerjarenplan van het onderzoeksprogramma eindberging radioactief afval (OPERA) staat onder verwijzing naar de Nota Radioactief Afval: “Het radioactief afval wordt in Nederland tenminste 100 jaar bovengronds door COVRA opgeslagen.”
Men zou de indruk kunnen krijgen dat de termijn van tenminste 100 jaar voor hoogradioactief afval daadwerkelijk in de Nota Radioactief Afval staat. Deze termijn wordt immers door allerlei organisaties vermeld. Maar ook al herhaalt men een onjuiste bewering nog zo vaak, daardoor wordt die bewering nog niet juist.
Terughaalbaarheid van het kernafval
Een tweede kwestie betreft de terughaalbaarheid van het kernafval, het idee dat men later weer bij het afval kan om het te kunnen hergebruiken. Terughaalbaarheid kwam plotseling naar voren in 1993 onder toenmalig milieuminister Hans Alders (PvdA). In 1991 noemde hij terughaalbaarheid nog een onbeantwoorde vraag. In 1993 wilde Alders proefboringen in zoutkoepels, maar zijn PvdA-achterban in Noord-Nederland was daar zeer tegen gekant. Daarom verzon Alders een list in de vorm van terughaalbaarheid. Het ging dus om politieke terughaalbaarheid die los staat van ideeën over hergebruik van het afval. Er zat geen visie achter over het omgaan met kernafval, het was een manier om een politiek probleem van de PvdA op te lossen.
Ook is terughaalbaarheid uit een zoutkoepel een illusie. Zout is plastisch, beweegt volgens ervaringen met de Amerikaanse opslagplaats voor militair kernafval 7,5 tot 15 centimeter per jaar en sluit zo als het ware vanzelf de vaten af van de omgeving. Vaten met kernafval in de Duitse zoutkoepel Asse zijn naar beneden gezakt en moeilijk op te sporen.
Geldtekort om opslag kernafval mee te betalen
Een derde kwestie gaat over geld. Er moet nu geld opzij worden gelegd in een fonds om de ondergrondse berging te kunnen betalen. De vooronderstelling van de regering is dat er jaar op jaar rendement wordt behaald op dit fonds. En na 100 jaar is het veel meer waard dan na 50 jaar. Hoe langer je wacht, hoe minder geld je nu opzij hoeft te leggen, dus hoe minder geld bijvoorbeeld de kerncentrale Borssele nu op hoeft te brengen. In feite komt langdurige bovengrondse opslag neer op subsidie voor de kerncentrale Borssele. Er is echter een probleem. Het zogeheten Waarborgfonds Eindberging groeit al 12 jaar minder dan gepland en in sommige jaren krimpt het. We weten daarom nu al dat er over 100 jaar te weinig geld is. In feite zou de exploitant van de kerncentrale Borssele dit tekort moeten aanvullen, maar daarover heeft de regering nog geen besluit genomen.
Regering en Henk Kamp negeren inspraakrecht bevolking
Volgens de Europese Commissie moet de bevolking inspraak krijgen bij het Nationaal Programma voor eindberging van radioactief afval. Daarom heeft de regering in augustus 2013 een zogeheten startdocument uitgebracht waarover de bevolking haar mening kon geven. Verschillende organisaties, waaronder de Groninger Stichting Co2ntramine, WISE en Laka, hebben in 10 punten uiteengezet waarom dit rapport niet geschikt is als startdocument. Ze stelden de regering voor het rapport in te trekken en het huiswerk over te doen. Daar heeft de regering tot nu toe niet op gereageerd. Wel deelde minister Kamp van Economische Zaken op 1 mei 2015 mee: “Het ontwerpprogramma zal naar de Tweede Kamer worden gestuurd nog voordat het naar de Europese Commissie wordt verzonden.” Het lijkt er daarom op dat er van enige inspraak door de bevolking geen sprake meer zal zijn.
Basiskennis kernenergie en radioactief afval
In het rapport “Basiskennis kernenergie en radioactief afval” (editie mei 2015) vind je ruim 40 pagina’s kennis, informatie, onderzoeken en bronnen over atoomenergie en kernafval. En daarbij 20 argumenten waarom kernenergie en de afvalproblematiek daarbij geen goed idee zijn.