Geachte minister,
U geeft iedereen van 10 februari tot en met 23 maart 2015 de mogelijkheid om te reageren op het concept Notitie Reikwijdte en Detailniveau voor het milieueffectrapport van de Structuurvisie Ondergrond. Daarvan maakt de Stichting Co2ntramine graag gebruik. Aangezien wij het van belang achten dat in bredere zin kennis genomen kan worden van onze visie, geven we meer uitleg dan voor een zienswijze strikt noodzakelijk is.
Samengevat luidt onze conclusie:
- U doet alsof er inspraak is over gaswinning uit het Groningen-veld, terwijl daarover al besluiten genomen zijn.
- U komt zonder argumenten opnieuw met de mogelijkheid van opslag van CO2 in bijna lege gasvelden.
- U betrekt de opslag van kernafval in de noordelijke zoutkoepels ten onrechte niet in uw visie, hoewel u binnenkort wel met een plan hiervoor komt.
- U doet alsof de deelname van de bevolking tot nu toe goed is verlopen, terwijl u voorbijgaat aan fundamentele ethische vragen over het gebruik van de ondergrond, een reden waarom de Stichting Co2ntramine uw publieksparticipatie niet serieus kan nemen.
- Wij vragen u het rapport in te trekken en eerst een discussie te openen over de fundamentele ethische en maatschappelijke vragen.
Schijninspraak over aardgaswinning uit het Groningen-veld
U schrijft: “De drukte in de ondergrond neemt toe door bijvoorbeeld de winning van energie en drinkwater en door opslag van energie en stoffen zoals CO2 in de toekomst. Daarnaast is de ondergrond belangrijk voor natuur, landschap en de leefomgeving. Met de Structuurvisie Ondergrond stellen de ministers het ruimtelijk beleid vast waarmee bijvoorbeeld aardwarmtewinning en gasopslag worden afgewogen tegen andere functies in een gebied. Zo komt er meer duidelijkheid voor initiatiefnemers en andere overheden bij toekomstige
projecten in de ondergrond. Dat doet het Rijk door aan te geven waar activiteiten, en onder welke voorwaarden, worden toegestaan en waar niet. (…) In de Structuurvisie zullen uitspraken worden gedaan over drinkwaterwinning uit grondwater en voor winning van aardwarmte, zout, olie en gas, en opslag in de diepe ondergrond van bijvoorbeeld CO2 en gas.”
Kortom, in de Structuurvisie gaat het onder meer over de winning van aardgas, hoewel tegelijkertijd het ministerie van Economisch Zaken daarover al plannen heeft die in Noord-Nederland nogal omstreden zijn. Dat komt op ons niet logisch over.
Helaas weer CO2-opslag in bijna lege gasvelden
Over de opslag van CO2 schrijft u: “In Nederland hebben uitgeproduceerde gasvelden de voorkeur vanwege de aangetoonde geschiktheid (integriteit) voor aardgas en het beschikbare opslagvolume.” Daarbij gaat u zonder meer voorbij aan de argumenten, mede ingebracht door de Stichting Co2ntramine, die hebben geleid tot het afzien van de plannen voor opslag van CO2 in door de regering gekozen lege gasvelden in Noord-Nederland. We maken bezwaar tegen het feit dat u voorbijgaat aan de door ons naar voren gebrachte argumenten.
Radioactief afval in zoutkoepels ten onrechte niet genoemd
U geeft aan dat de opslag van radioactief afval in zoutkoepels in Noord-Nederland niet in de structuurvisie zal voorkomen. Als argument hiervoor verwijst u naar het door u betaalde onderzoek Opberging Radioactief Afval (OPERA). U stelt: “Op dit moment loopt er een onderzoeksprogramma (OPERA) waarin wordt onderzocht welke formaties in de ondergrond hiervoor geschikt zijn. Bij een toekomstige herziening van de Structuurvisie kunnen deze activiteiten eventueel wel worden meegenomen.”
Wij vinden de keuze om opslag van kernafval niet op te nemen in de Structuurvisie niet juist. Immers, u heeft aangekondigd om nog dit kwartaal het Nationaal Programma radioactief afval te publiceren, waarin berging in zoutkoepels of kleilagen een belangrijk onderwerp is. In die zin hoort berging in de Noord-Nederlands zoutkoepels nu al een relevant onderdeel te zijn van het Structuurschema en niet eventueel pas later meegenomen te worden. Immers, zeven zoutkoepels komen in aanmerking voor de berging van radioactief afval: Ternaard in Friesland, Pieterburen en Onstwedde in de provincie Groningen, Schoonloo en Gasselte-Drouwen in Drenthe, gevolgd door de minder zekere zoutkoepels Hooghalen en Anloo in Drenthe.
TNO heeft recentelijk een publicatie gemaakt over zoutkoepels. Daarin staat dat de hierboven genoemde zoutkoepels en die bij Bourtange mogelijk geschikt zijn voor zoutwinning en opslag van aardgas, olie, waterstof, stikstof, perslucht en CO2. Verdere studie en proefboringen ter plaatse zijn nodig om de geschiktheid daadwerkelijk aan te tonen. Het TNO noemt dit “locatie-specifiek onderzoek”. U schrijft dat voor deze opslag “mogelijk een aantal aanvullende boringen moeten worden geplaatst”.
Kortom, de Noord-Nederlandse zoutkoepels zijn volop in beeld voor de opslag van allerlei stoffen. Proefboringen, die al vanaf 1976 gepland zijn, staan op uw programma. Vandaar dat wij het van belang vinden u te wijzen op de onjuiste manier waarop de publieksparticipatie verlopen is wat betreft onze deelname.
Slechte publieksparticipatie
U schrijft dat u “het publiek zo goed mogelijk wilt informeren over de totstandkoming van de Structuurvisie Ondergrond. Veel belanghebbende partijen zijn de afgelopen jaren vrijwel continu betrokken geweest bij de voorbereidingen van de beleidsvoorstellen voor de Structuurvisie.”
De stichting Co2ntramine heeft in 2013 meegewerkt aan de Structuurvisie in het programma STRONG van het ministerie van Infrastructuur en Milieu. We hebben daarbij onze standpunten uiteengezet en onze visie gegeven op het gebruik van de ondergrond. We hebben daar, onbezoldigd, veel tijd in gestoken. We kregen een uitnodiging voor een bijeenkomst over de gezamenlijke probleemstelling van STRONG op maandag 24 maart 2014. In de uitnodiging schreef u dat u de concept-probleemstelling aan belanghebbenden bij de ondergrond wilde voorleggen: “We toetsen dan of u zich hierin herkent.” Op 12 februari 2014 verscheen de brief aan de Tweede Kamer “Opgaven brede programma Structuurvisie Ondergrond” van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM) samen met het ministerie van Economische Zaken (EZ). Daarin staan passages als: “Kortom, de ondergrond is van groot belang voor onze samenleving.” En “Het wordt namelijk steeds drukker in de ondergrond.” In onze inbreng van 2013 stelden wij: “Dat roept bij ons de vraag op, op grond van welke belangen en de daarmee samenhangende waarden en normen het vanzelfsprekend is dat het in de ondergrond steeds drukker wordt. Waarom is het normaal om plannen te maken om in de diepe ondergrond afvalproducten van de huidige manier van produceren op te slaan, zoals radioactief afval en CO2?
In onze visie dient de diepe ondergrond dan als methode om het huidige niet-duurzame karakter van produceren en consumeren letterlijk aan het oog te onttrekken. Ook blijkt uit de recente toename van het aantal aardbevingen in Noord-Nederland dat de aardgaswinning op een niet juiste manier gebeurt, temeer daar economische overwegingen een doorslaggevende rol hebben gespeeld bij deze winning en het optreden van aardbevingen als gevolg van de aardgaswinning jarenlang door de NAM en de overheid ontkend is.”
Het viel ons op dat op geen enkele manier werd ingegaan op deze voor ons centrale vragen en daarom wilden we niet langer deelnemen aan de publieksparticipatie. U stelt nu dat vele partijen betrokken zijn geweest en suggereert daarmee dat er draagvlak is voor uw plannen. Maar ook in het rapport waarop we nu kunnen reageren gaat het niet over deze fundamentele vragen. U stelt: “We zijn met name geïnteresseerd in het volgende:
- Vindt u de scope van het onderzoek zoals beschreven in hoofdstuk 3 toereikend?
- Zijn alle relevante milieueffecten opgenomen in het beoordelingskader in hoofdstuk 4?
- Welke aandachtspunten heeft u voor het verdere proces?
Daarmee suggereert u dat de fundamentele vragen al beantwoord zijn. Dat is echter niet het geval. Daarom vragen we u om te stoppen met uw plannen en eerst deze fundamentele ethische vragen voorwerp van discussie te maken, voordat u verder gaat met onder meer de onveilige gaswinning en de plannen voor opslag van CO2 en radioactief afval in de Noord-Nederlandse zoutkoepels.
Namens de stichting Co2ntramine (www.co2ntramine.nl),
Egbert Brons & Herman Damveld
Grijpskerk gasopslag opgestart in 1997 gaf de eerste trillingen en bevingen in 2008 , dit wordt nog steeds ontkend door de Nam evenals het Lfg terreur.
Geen transparant meet en monitoring systeem is hier aanwezig rondom de gaslocatie en de scheuren in onze panden sluipen verder. Het gedreun en getril worden erger vooral s’nachts
Al deze terreurdaden staan de toekomstige opslagen te wachten wanneer zij het hier bij Grijpskerk en Langelo niet onderzoeken. Conclusie ervaringsdeskundige :
Stoppen met opslag met wat en waar dan ook ; onrechtmatig , onveilig en onleefbaar is elke opslag in de diepe ondergrond , zij hebben geen kennis en ervaringen , elke diepte is anders,
er kunnen breuken tot het aardoppervlak ontstaan,wat doen wij onszelf en de volgende generatie aan ,
vr gr betteke