Er komt een nieuwe discussieronde over de opslag van radioactief afval in zoutkoepels in Noord-Nederland. De regering wil dit liever niet maar moet wel van de Europese Commissie. Deze eist namelijk via een richtlijn die kracht van wet heeft, dat alle landen een plan maken voor de definitieve berging van radioactief afval. Dat plan moest voor september 2015 klaar zijn. De Nederlandse regering stelde het maken van zo’n plan zolang mogelijk uit.
Vanaf nu gaat het Rathenau Instituut in opdracht van staatssecretaris Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat een discussie over de opslag van kernafval organiseren. Hoe dat zal gaan is nog de vraag. De eerste tekenen wijzen erop dat het om een heel algemene discussie zal gaan. Of de discussie over opslag van kernafval in zoutkoepels of kleilagen aan de orde mag komen, weten we niet. Wij vinden dat de plaatsen die in het verleden genoemd zijn een rol moeten spelen in de nieuwe discussie. Dat is de aanleiding om de geschiedenis vanaf 1976 tot nu kort te beschrijven in 13 hoofdstukken.
De eerste 11 hoofdstukken gaan over de geschiedenis van de opslagplannen tot 2015. In hoofdstuk 12 komen de ontwikkelingen vanaf 2015 aan de orde, met name hoe de regering omgaat met de eis van de Europese Commissie. Hoofdstuk 13 gaat over de randvoorwaarden voor een zinvolle discussie over de opslag van kernafval. Om te beginnen verwijzen we naar beeldmateriaal en vatten we enkele hoofdpunten van de afgelopen 43 jaar samen.
Klik hier om het hele document te lezen in PDF formaat
Wil van Bleisem heeft in juni 2019 een film gemaakt over de opslag van kernafval: https://www.youtube.com/watch?v=o4Z4-ah87B0&feature=youtu.be
Voor animaties van zoutkoepels zie: http://three-iron-gates.epizy.com/index.html
Beelden van de demonstratie tegen kernafvalopslag in 1979 in Gasselte staan op: https://m.youtube.com/watch?v=xPSSaAGsHpE
Voor een uitgebreide documentatie over opslag van kernafval zie: http://www.co2ntramine.nl/kernafval-en-opslag-in-zoutkoepels-wat-we-erover-weten/, juni 2019.
Ceteris paribus, als er geen kerncentrales voortijdig gesloten zouden zijn, zouden hoogstwaarschijnlijk andere basislast centrales (lees bruinkoolcentrales) minder hebben kunnen/hoeven produceren. In dat geval zou de CO2-emissie van Duitsland lager geweest zijn.