Regelmatig benadrukken voorstanders van kernenergie dat het maar om kleine hoeveelheden radioactief afval gaat. Maar bij kernafval gaat het niet alleen om het volume, maar vooral om het gevaar van zelfs een minieme hoeveelheid radioactiviteit. Dat kan duidelijk gemaakt worden aan de hand van het volgende. Door het ongeluk in april 1986 met de kerncentrale te Tsjernobyl werd een groot deel van Europa besmet. Een berekening aan de hand van rapporten van het Nucleaire Energie Agentschap laat zien dat er slechts 50 kilo langdurig gevaarlijke stoffen als cesium, strontium en plutonium verspreid werd. Toch betekent die vijftig kilo dat er omvangrijke gebieden in Wit-Rusland, Rusland en de Oekraïne langdurig besmet zijn. Een kleine hoeveelheid kernafval kan dus grote gevolgen hebben en is geen argument om net te doen of dit afval een te verwaarlozen probleem is.
In de discussie wordt overigens vaak verzwegen dat er in het buitenland veel afval vrijkomt vanwege de Nederlandse kerncentrales. Dit geldt speciaal voor het radioactief afval afkomstig van de uranium winning: alleen al voor de kerncentrale Borssele gaat het om ongeveer 11.000 ton ertsafval per jaar. Het ertsafval bestaat uit een mengsel van zouten, zuren, zware metalen, fijn gemalen gesteente en radioactieve stoffen zoals radon, radium en thorium. Daarom is het radioactief afval.
Ook daarom geen kernenergie
Benieuwd naar de andere 16 argumenten tegen kernenergie in Nederland? Lees ze via deze pagina allemaal, of download ze als PDF inclusief alle bronnen.
Let op: vernieuwde versie van “Ook daarom geen kernenergie” online:
18 argumenten tegen kernenergie