“De wereld hangt aan een zijden draad en die zijden draad is de menselijke geest”
Een discussieavond georganiseerd door de Partij van de Arbeid, begon met deze indringende boodschap van de Zwitserse bekende psychiater Carl Gustaf Jung. Het citaat is afkomstig uit een interview dat hij in 1959 op 84-jarige leeftijd via de BBC, aan de wereld meegaf. Het is de menselijke geest die de wereld kan maken of breken. Destijds gesproken in een andere tijd, maar nog even actueel. Een verslag van een discussieavond over kernenergie en de mogelijke alternatieven.
Dit kernachtige energiedebat stond onder leiding van tweede kamerlid van de PvdA, Tjeerd van Dekken, eerder werkzaam als programmamaker en gespreksleider bij RTV-Noord. Drie sprekers waren door de PvdA-afdeling Eemsmond uitgenodigd. Sjak Rijploeg, woordvoerder milieu van de Provinciale Staten, Heleen de Wit, raadslid op gemeentelijk niveau (Eemsmond). De derde spreker was tweede kamerlid Diederik Samsom, die als kernfysicus, kernenergie niet ziet zitten.
Sjak Rijploeg benadrukte dat we al sinds de jaren 70 van de vorige eeuw geen afval in onze Groninger klei willen en dat de consequentie daarvan is dat kernenergie geen optie kan zijn. Het is onfatsoenlijk om je (kern)afval over de schutting naar de buren te gooien. De gasvelden geven ons nog enige tijd om over te schakelen naar duurzame energiebronnen, maar die tijd moeten we niet besteden met achteroverleunen. We moeten kansen pakken, kijken over de grens en die grens hierheen halen. We hoeven daarvoor niet eens ver. In Duitsland -dat land met die mooie blauwe daken- werken 300.000 mensen in de duurzame energie, dat is meer dan de beroemde Duitse auto-industrie. Dat succes komt mede door ‘zonnepaus’ Hermann Scheer, grondlegger van het feed-in tarief waarmee de zonne-industrie succesvol werd. Duurzaamheid is niet alleen kennis, maar vooral ook praktisch gericht. Van VMBO tot wetenschappelijk onderwijs moet iedereen zich afvragen wat hij of zij kan bijdragen aan een duurzame wereld. Banen scheppen, oude kennis ombuigen naar nieuwe technologie. Laat het onderwerp zijn op verjaardagfeesten, want het is interessant om ook op korte termijn zonnepanelen op je eigen dak te leggen, waarmee je je eigen zonne-energie kunt opwekken. De kolencentrales –nu nog in de bouwfase- moeten zoveel mogelijk biomassa gaan bijstoken en vanaf 2030 in de zomermaanden dicht. Stuur kernenergie op vakantie, elk jaar een paar weken meer tot we ze ook in de winter niet meer nodig hebben. Windenergie halen we dan uit Schotland en Noorwegen en zonne-energie uit het Middellandse zeegebied. We hebben geen kernenergie nodig. Het NIMBY-effect (not in my backyard) zal potentiële investeerders afschrikken want welk bedrijf wil geassocieerd worden met kermenergie als buur? Er ligt een prachtige uitdaging op ons te wachten, al is dat wachten een ongelukkig gekozen woord, want dat hebben we al veel te lang gedaan. Investeren in banen voor jong en oud, lager- en hoger opgeleiden, politiek gezamenlijk, hand in hand. Met vindingrijkheid krachten bundelen onder het Groningse credo “kop der veur!”
Woordvoerder van de portefeuille milieu van de gemeente Eemsmond, Heleen de Wit, benadrukte dat men op gemeentelijk niveau nagenoeg niets te zeggen heeft over kernenergie, daar dit een nationale en Europese zaak is. Minister Verhagen heeft wel gezegd dat er binnen de aan te wijzen gemeente, een zeker draagvlak onder de lokale bevolking zwaar meeweegt in de uiteindelijke besluitvorming. Dus aan de inwoners de schone taak om weerstand te ontwikkelen tegen kernplannen. In het gemeentelijke coalitieakkoord tussen PvdA, CDA en GemeenteBelangen blijft zij de mogelijke komst van een kerncentrale afwijzen. Dit zou de deur moeten sluiten, maar Verhagen kiert liever onzuinig verder, zodat de deur naar kernenergie open blijft. In een recentelijk schrijven van Verhagen aan de tweede kamer, staat dat er alleen nieuwe activiteiten in de Eemshaven mogen plaatsvinden zolang deze de komst van een mogelijke kerncentrale niet in de weg staan. Dat schijnt een ‘kerncentrale-Borge’ te heten, maar of de burgers dan nog geborgen zijn, dat is dan nog maar de vraag. Hierover zijn in Eemsmond vragen gesteld en recentelijk is er door de plaatselijke GroenLinks-fractie een initiatiefvoorstel ingediend en (grotendeels) aangenomen waarin de komst van een kerncentrale definitief wordt afgewezen. Maar de vinger moet dus wel door alle politieke partijen aan de pols blijven!
Diederik Samsom (PvdA) was uitgenodigd om kernergie in een breder perspectief te zetten. Dat doen Haagse politici heel graag. Meestal nemen ze dan een jaartal (2020) en vertellen ze daar een doel bij (CO2-reductie, duurzame energie). Daarna begint het gesteggel welke middelen daar dan bij horen (emissiehandelsysteem, belastingkorting op duurzame energie). Dat is Haags, maar het is ook zielloos om zo over duurzame energie te spreken en dat blijkt ook wel omdat een doel opschrijven in 2020 en een middel daarbij verzinnen zoals het vorige kabinet deed, niet beklijft. Een nieuw kabinet kan met één pennestreep het boeltje weer omgooien er een heel ander energiebeleid van maken. Op die manier komen we niet verder.
Als ik kijk naar de werkelijke motivatie waarom wij ons moeten bezig houden met duurzame energie, dan kijk ik niet naar een jaartal, niet naar een doel, niet naar een middel, maar kijk ik naar één dag. Dat is een dag ergens in de toekomst. Ik weet niet zeker wanneer die dag komt, maar ik weet wel zeker dát die dag komt. Dat is de dag waarop mijn zoon die nu vijf is en mijn dochter die nu tien is, een dan veel oudere, grijze, kale vader een simpele vraag voor zullen leggen. “Zeg pap”, zullen ze zeggen: “In 2011, toen wisten jullie dus dat energievoorraden op zouden raken, oerbossen verdwenen, dat zoetwatervoorraden vervuilden, dat ons leefklimaat drastisch dreigde op te warmen en dat waren allemaal problemen die jouw en vooral onze toekomst bedreigen. Vertel me eens, wat deed jij toen?”
De wetenschap dat die vraag dan komt, is de reden dat ik nu in de politiek zit. Ik realiseer me, om dan niet met de mond vol tanden te staan, we nu vol aan de bak moeten. We hebben ongeveer één generatie de tijd om onszelf uit de greppel van fossiele, eindige, vervuilende energie te werken. Mag ik even de omvang van die opdracht met u doornemen?
We steken als wereldgemeenschap met elkaar 200 miljoen vaten olie per dag in de fik. Dat is een stadion ‘De Kuip’ vol met olie, tot de rand toe, eens per vijf minuten. Dat doen we dag na dag. Wereldwijd. Elke wereldburger laten consumeren als de gemiddelde Europeaan vergt een planeet twee keer zo groot als de aarde… De enige reden dat het nog niet allemaal op is, is eenvoudig. Drie miljard mensen hebben we nog niet op ons welvaartfeestje uitgenodigd. Wel van mijn generatie, alleen geboren op het verkeerde continent. Dat gaat natuurlijk niet zo blijven. Ook China, ook Afrika –waar een miljard mensen wonen- hebben recht op, en zullen op een gegeven ogenblik ook krijgen, de welvaart die wij ons inmiddels hebben verworven en die ook zij verdienen.
Wij kunnen dat niet oplossen door te zeggen: ‘jullie doen niet mee en zullen ook nooit meedoen, zodat wij alles op kunnen maken’. We moeten dus naar een duurzame energievoorziening voor iedereen. Dat zijn dus 200 miljoen vaten olie, waarvan 100 miljoen letterlijk en 100 miljoen in de vorm van kolen en gas in de fik gaan. 200 miljoen vaten per dag!
Voordat u wegzinkt in een put van moedeloosheid: de zon geeft ons per uur 2 miljard vaten aan energie. Elk uur. Een fractie daarvan grijpen is genoeg om onszelf een jaar lang van energie te voorzien. Voordat u denkt: dat is dus een eitje, het probleem is al bijna opgelost… Om dat te realiseren, het grijpen van die zon -dat is niet gratis, alleen gratis is dat-ie er staat- hebben we investeringen nodig. 100 miljoen dollar per uur. Elk uur weer zullen wij als wereldgemeenschap, 100 miljoen dollar op de mat moeten leggen in de komende 30-40 jaar. Dat is een gigantische opdracht voor onze generatie. Maar het kan wel. Juist voor een land als Nederland liggen er ongekende mogelijkheden. We hebben geen 100 miljoen dollar per uur, maar als wij alles wat wij hebben –en dat is veel- op de mat leggen, dan kunnen wij als Nederland een koploper, een wereldspeler worden als het gaat om de omslag naar een nieuwe energie. Voor onze deur, boven en ten westen van ons ligt een enorme lap met ondiep water. De Waddenzee. Bijna nergens heb je zoveel ondiep water tot je beschikking. Natuurlijk kun je zeggen dat bv. de Amerikaanse kust veel langer is, maar één kilometer uit de kust, moet je daar drie kilometer duiken om de bodem te raken. Hier is het allemaal dertig meter diep. Ideaal. De Noordzee is omgeven door de meest energieslurpende landen ter wereld, dat betekent dus ook een enorme energievraag. Het waait er altijd, het is dus een heerlijke badkuip waarin je stroom kunt opwekken. Met onze waterbouwers, onze ingenieurs, met onze baggeraars, met onze zeer goed bereikbare havens en met onze offshore kennis, zou het een schande zijn als we die mogelijkheden niet ten volle zouden grijpen en ons een duurzame energievoorziening bezorgen met nieuwe banen, daar waar oude verloren gaan. Een nieuwe economische groei daar waar de oude groei stagneert. Dit is nog maar een klein deeltje van het verhaal. Je kunt ook energie opwekken bijvoorbeeld uit de overgang tussen zoet- en zout water. Als je aan de ene kant zoet water hebt en aan de andere kant zout water, dan kun je stroom maken. Een koperdraadje aan de ene kant, een koperdraadje aan de andere kant, lampje ertussen en hij brand. Natuurlijk is het een stukje ingewikkelder maar het kan wel. Osmose-energie, blue energy –om maar eens een hippe term te noemen. Laat Nederland nu net de grootste zoet- zoutwaterscheiding ter wereld hebben. Dertig kilometer lang. Messcherp: de afsluitdijk. Ten zuiden is zoetwater van het IJsselmeer, ten noorden zoutwater van de Waddenzee. Daar kun je schoon twee hele kolen- of twee kerncentrales mee vervangen. Op die manier kunnen wij ons verlossen van een knellend energieprobleem.
De vraag van deze avond is dan: hoort kernenergie daar dan bij? Nee, dat hoeft niet. Maar ik schetste u al wel de omvang van die opdracht, die 100 miljoen vaten olie die we morgen weer in de fik steken en die 100 miljoen aan gas en kolen erbij. Als we dat een tijdje zo door blijven zetten, dan wordt het wel heel penibel. Dan word het wel lastig om die overgang nog op tijd te maken voordat mijn kinderen groot zijn. Dan moeten we wel snel beginnen. Als we dat doen, dan kunnen we kernenergie links of rechts laten liggen. Daar zijn een aantal hele goede redenen voor. Het is in essentie natuurlijk geen duurzame energiebron, je maakt iets op, iets wat vrij schaars is en het enige spul wat er niet meer bijkomt. Als je heel geduldig zou zijn met olie, dan zou je het een duurzame of hernieuwbare energiebron kunnen noemen want het duurt 200 miljoen jaar en dan heb je het weer opnieuw. Dat is met uranium dus niet het geval. Je maakt afval wat je achterlaat voor de komende generaties. De radio-activiteit daarvan verdwijnt na 240 miljoen jaar. Dat geduld brengen we met elkaar niet op en dat hoeft ook niet.
Je kunt dus zonder kernenergie de toekomst ingaan. Het klinkt misschien vreemd om te zeggen, maar Japan heeft eigenlijk geen redenen toegevoegd tegen kernenergie, maar heeft alleen laten zien, zichtbaar genaakt, dat een theoretisch risico, nooit een theoretisch risico hoeft te blijven. Vandaar dat het ook een risico heet. Het kan gebeuren en het gebeurt ook wel eens. En het gebeurt vaker dan ons lief is. Dat is wel een les die Japan ons leest. Daar mag de wereldwijde nucleaire industrie (een paar grote bedrijven) in een wereldwijde nucleaire gemeenschap (30-40 landen), zich nog wel eens over achter de oren krabben.
We hebben met z’n allen statistieken opgebouwd over het risico van kernenergie in 1 op de 100.000 of 1 op de miljoen jaar dat het fout gaat. We zijn inmiddels al een paar jaar bezig en het is al net een paar keer vaker fout gegaan. Statistici zullen zeggen dat dat niets bewijst, maar het maakt wel ongerust over het ritme van de statistiek en de risico’s. Over Japan kunnen we nog weinig lessen leren want eigenlijk weet nog niemand wat daar is fout gegaan. Alleen de verschrikkelijke gevolgen zijn zichtbaar. Eén van de laatste berichten is dat de tsunami het ongeluk niet heeft veroorzaakt, maar dat het de aardbeving is geweest. Kansen hierop zijn in Nederland nihil.
Deze discussie gaat niet over Nederland en gaat niet alleen over Europa alleen. Voor Nederland schetste ik al de kansen die er zijn en het zou gênant zijn als we die niet zouden grijpen. Als er één land is dat zich kan permitteren om kernenergie over te slaan, dan zijn wij het wel. We hebben één centrale staan, die maakt 5% van onze stroom, dat is ongeveer 2% van onze energie. Als we er eentje bijzetten zouden we op 5% uitkomen. Die 95%, dat is waar het om moet gaan! Daar moeten we onze energie in steken! Kernenergie is verspilde energie.
Dan wil ik nog even iets zeggen over wat er hier in het noorden gebeurt. De centrales van Nuon en RWE zijn ook niet de juiste keuzes, gemaakt een aantal jaren geleden. Het zij vergeven dat die ongelukkige keuzes destijds zijn gemaakt. Voor Nederland was het in tegenstelling tot kernenergie een stuk ingewikkelder om een gascentrale links of rechts te laten liggen, dus ik snap die keuzes heel goed. Maar we zijn er niet klaar mee: die centrales staan daar nu: twee enorme ketels met allebei hun eigen eigenschappen. In de één kan vast spul, en de ander daar kan gas in. Dat hoeft geen gewoon aardgas te blijven, dat kan biogas worden. Hetzelfde geld voor die kolencentrale, daar hoeft geen kolen in, al is dat wel makkelijk, daar is-ie ook op gedimensioneerd, maar daar kan ook gewoon biomassa in. De volgende stap die wij moeten zetten is die ketels –die afgebouwd mogen worden- zo efficiënt mogelijk maken. Maar wij moeten er voor zorgen dat er een andere brandstof in gaat. Omdat we over dertig jaar, of wanneer die dag ook maar komt, niet aan onze kinderen willen zeggen: ‘Ja, we wisten wel dat het fout kon gaan, we wisten dat het op zou raken, we wisten dat klimaatverandering een groot probleem was, maar we waren teveel met andere dingen bezig. We waren afgeleid, we hadden andere prioriteiten, we dachten dat komt wel goed’. Wij zijn in de politiek gegaan om ervoor te zorgen dat het voor de volgende generatie goed komt. Niet om af te wachten of het een keer gaat lukken of niet.
Dat is onze opdracht en ik denk dat we er goed voor staan om die opdracht samen te vervullen, maar dan moeten we wel nu, vandaag beginnen. Anders zitten we over tien jaar weer in zo’n zaaltje met twee- of drie keer zoveel mensen, maar is er dan een concreet voorstel gedaan voor een kerncentrale. Hetzelfde geld voor CO2-opslag onder zee als dat ooit zou kunnen. Ik hoop dat we ook daar nooit aan hoeven beginnen want het is toch de meest zinloze manier om je klimaatprobleem op te lossen. Eerst uitstoten en daarna met veel geweld en met veel energie het onder de grond te stoppen. Maar het zou kunnen, net als met kernergie. Als we nog tien jaar blijven lapzwansen met z’n allen. Omdat we te laat begonnen met duurzame energiebronnen, omdat we bijvoorbeeld teveel weerstand opbouwden tegen wind op land, om maar eens een interessante discussie te noemen. We hebben die alternatieven echt nodig, anders kunnen we het ons over tien jaar niet meer permitteren om kernenergie te laten lopen.
Na deze inspirerende woorden van Diederik Samsom, werd het woord gegund aan de zaal. Een discussie werd het eigenlijk niet, want voorstanders voor kernenergie waren niet aanwezig. Of was het een zwijgende minderheid? Graag had ik van Maxime Verhagen (of een woordvoerder) eens zijn uitleg willen horen over zijn Bijbelse ‘rentmeesterschap’ met betrekking tot kernafval, of CO2-opslag onder zee.
Toe maar jongens, de beuk er in, maar wel samen graag!
Verzet tegen kerncentrales is en blijft nodig. Niet alleen het goede doen, maar ook slechte ontwikkelingen tegenhouden. In Zeeland probeert het Zeeuws platform tegen kernenergie (www.borssele2nee.nl) mensen te mobiliseren en een gebrek aan maatschappelijk draagvlak zichtbaar aan de oppervlakte te brengen en niet ondergronds stralend met de mantel der liefde, weg te stoppen. Dit kan alleen maar door met een marathonconditie aan argumenten te beuken, waardoor breuken en barstjes ontstaan in het bolwerk van de kernenergieplannen. Het Zeeuwse energiebedrijf Delta bestoken met kritische vragen. Natuurlijk is een tackle op die kolencentrale waardoor hij je niet voorbij komt, wel nodig. De allerbeste manier is om een kerncentrale niet tegen te houden door hem tegen te houden, maar door alternatieven aantrekkelijk te maken en in het zonnetje te zetten.
De werkelijkheid is weerbarstiger dan de wens die onder de 200 aanwezigen leeft. Iedereen -inclusief de politiek- lijkt nog teveel z’n eigen ding te doen, in plaats van dat krachten worden gebundeld en er eensgezind wordt samengewerkt. Geen gepreek voor eigen parochie, maar alleen door samenwerking met alle partijen is er een meerderheid te krijgen. De achilleshiel van het energiebeleid in Nederland is niet dat het links is, ook niet dat het rechts is, maar dat het steeds van links naar rechts en van rechts naar links wappert. Jojo-en trekt noch visie noch investeerders. Een stevige, schoffelende tackelsliding op die achilleshiel van zwabberbeleid is nodig, maar niet met een gestrekt been invliegen op andere partijen, die voor de komma precies hetzelfde willen. Achter de komma muggenziften is het geneuzel niet waard en breekt dat wat je voor de komma opbouwt, alleen maar af.
Decentralisatie van energie
Clustering van energie maakt kwetsbaar. Als de centrales van RWE, Nuon en Eemsmond Energie draaien en je zet daar een kerncentrale naast, dan valt bij een kerncalamiteit in besmet gebied, één derde van onze nationale energieproductie weg. Daarom is decentralisatie nodig en is de Eemshaven al besmet gebied voordat er ook nog maar een besluit is genomen.
Wat kan er nog worden ondernomen zodat de kolencentrales niet afgebouwd worden? De kans daarop is klein. Je koopt immers geen auto om er daarna niet in te rijden. Ook is het naïef om te denken dat kolencentrales vrijwillig op een andere brandstof gaan draaien als waar ze voor bedoeld zijn. Politiek cement door wetgeving is nodig, zoals een biomassabijstookverplichting voor alle kolenboeren in Nederland. Dat heeft als voordeel dat die kolencentrales net een tikkeltje duurder worden dan zonder biomassa het geval zou zijn en dat komt de concurrentiepositie van groenere alternatieven (zon, wind) weer ten goede. Want eerlijk is eerlijk: er is een nog een kloof te dichten. Windmolens op zee produceren stroom voor 16-17 cent per kWh, kolen- en kerncentrales voor 7 cent. Een verschil dat we met z’n allen moeten opbrengen. Zon doet het trouwens op particuliere daken ook niet slecht. Voor ongeveer 20 cent leg je de zon heel kleinschalig op je dak en laat dat nu net het bedrag zijn dat je ook aan elektriciteit betaald inclusief belastingen en dergelijke. Het Rijk lacht bij grootschalige dakbedekking als een boer met kiespijn. Zij boert achteruit bij grootschalige zonne-akkers op particuliere daken. Een oude Ferrarismeter –met zo’n wieltje- saldeert immers automatisch de opgewekte en verbruikte energie met elkaar. Zon is gratis. De legaal ontdoken belastinginkomsten voor de overheid is te compenseren door belasting te heffen op een andere, vervuilende brandstof: nl. kolen! Laat de kolenboeren maar eens op hun eigen hete kolen zitten en belast de zonneboer alleen bij aankoop van zonnepanelen, door de btw over de (niet-gesubsidieerde) aanschafkosten te innen. De bron, de zon is immers gratis, belastingvrij! Dat moet ook gelden voor mensen die een zogenaamde digitale ‘slimme’ meter hebben.
Tja, dan hebben we nog biomassa. Een nadeel van biomassa vormt de infrastructuur. Mondiaal is er genoeg, alleen niet op die plaatsen waar je het verbrand, waar je er energie van maakt. Biomassa is lokaal interessant –op de boerderij- maar niet als je het verschepen moet naar elders. Bovendien gaat er tijdens de verbranding van biomassa 40% meer CO2 de lucht in dan met kolencentrales, komt er drie keer zoveel CO2 vrij dan met aardgas en tijdens die verbranding worden allerlei mineralen de lucht in geslingerd die elders weer neerdwarrelen. Gelukkig maakt biomassa deel uit van de cirkel van het periodiek systeem der elementen. Bomen die met z’n allen een bos vormen, nemen CO2 op en geven zuurstof af. Kappen in gebruik moet minstens in evenwicht zijn met opbouw, aanplant. Het beste is om bossen te laten staan. Naast de ontbossing op Indonesië en Brazilië staat een bloeiende Sahel. Met Google Earth is te zien dat deze bak met zand steeds groener wordt
Morgen begint vandaag
Wat kunnen we concreet zelf doen, wachten we op politieke winden die voorbij waaien, of willen we zelf zaaien en oogsten? Welke mentaliteitsverandering is daarvoor nodig? Is elektriciteit niet -ondanks de ingebouwde belastingen- te goedkoop en moeten we onszelf en onze kinderen in de hand houden en wat minder gemakkelijk laten leven? Of houden we vast aan een stukje conservatisme….blijven we fossiel denken en denken we bij een down-to-earthmentaliteit aan een vacature voor het werken in een kolenmijn?
Drempels moeten geslecht worden. Landschappelijke redenen om vrijstaande windmolens tegen te houden maakt de discussie over windenergie nodeloos ingewikkeld en toch eigenlijk ook niet. Hoe hoger, hoe efficiënter ze draaien! Zet maar vol. Landschappelijk uitzicht heeft niets met schoonheid te maken, schoonheid reikt verder dan het zicht van onze ogen. Energie van wind, water en zon is van ons allen en is onuitputtelijk. De opwekking daarvan moet ook decentraal, iets van ons allen worden. Energie raakt de mens in de breedste zin van het woord. Waarom leggen wij het dan toch steeds in handen van grote maatschappijen die denken in rendement en gevoel alleen voelen als ze merken dat de portefeuille gevulder wordt? In de kern is dat armoede en heeft dat niets met energie te maken. Dat is energie om te huilen, om te kermen. Kermenergie. Energie, daar heb ik als particulier liever zelf iets over te zeggen!
We zijn de laatste decennia steeds meer elektriciteit gaan verbruiken en die trend zet zich denk ik nog wel even door. Over twintig jaar zal het leeuwendeel van ons wagenpark op zonne-energie rijden. Tanken van je zonnedak, met de netbeheerder als bufferbatterij. Een autoverkoper zal niet alleen zeggen: ‘hij rijd als een zonnetje, maar ook op een zonnetje’. De uitdrukking ‘loop toch naar de pomp’ zal uit het straatbeeld van de dikke Van Dale verdwijnen, alleen zware vrachtauto’s zullen dan nog op (bio)diesel rijden. Hooguit loop je na een twistgesprek met thuis, naar de pomp om een goedmakend bloemetje voor moeder de vrouw te halen, omdat je naar haar hoofd hebt geslingerd dat ze ‘naar de pomp kan lopen’. Iets wat als een boemerang op jezelf terugsloeg, want nu zie je jezelf lopen met een ruikertje die de stank van de fossiele brandstoffen moet verbloemen.
De avond begon met een citaat over de mens die de zijden draad naar de toekomst zelf in handen heeft. Wat doen we ermee? Het antwoord hierop heeft Mahatma Gandhi in een andere tijd, maar nog even actueel, als volgt verwoord:
kan woede die beheerst wordt, worden omgezet in een kracht
die de wereld kan veranderen”.
Gandhi (1869-1948)