De Europese Commissie (EC) heeft in 2011 in een richtlijn bepaald dat elke lidstaat uiterlijk 23 augustus 2015 een Nationaal Programma voor eindberging van radioactief afval moet maken; daarbij is inspraak van de burgers een vereiste. Maar de Nederlandse regering vraagt uitstel voor de opslag in zoutkoepels of kleilagen.
In een email van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS), een onderdeel van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM), aan de anti-kernenergie-organisatie WISE staat: “Het ontwerp Nationaal Programma wordt na het zomerreces aan de minister van IenM aangeboden en zal daarna ter inzage gelegd worden.” De vraag waarom de regering niet tijdig de vereiste inspraak heeft georganiseerd, wordt niet beantwoord. Wel geeft de ANVS aan dat de Europese Commissie al op de hoogte gesteld is.
Geen inspraak
Het ministerie van Economische Zaken heeft vanwege die richtlijn van 2011 wel een wetsontwerp ingediend op 14 december 2012, waarin staat: “Burgers, bedrijven en overheden zullen worden betrokken bij de vormgeving van het beleid voor het beheer van verbruikte splijtstoffen en radioactief afval.” Op 8 oktober 2013 vroeg de regering onze mening over het Nationaal Programma Radioactief Afval. Zij stelde: “Een van de doelstellingen van de richtlijn (van de EC, H.D.) is het voorkomen of tegengaan van zogenaamd “wait and see”-beleid. De verantwoordelijkheid voor het beheer van radioactief afval en de daarmee samenhangende lasten zullen moeten worden neergelegd bij de generatie die ook profiteert van de technologieën waarbij het radioactief afval wordt gegenereerd. We mogen geen onnodige lasten doorschuiven naar toekomstige generaties.”
De feitelijke situatie komt echter niet overeen met wat de regering heeft aangekondigd. De bevolking is niet betrokken bij het beleid en er is geen inspraak geweest. Het Nationaal Programma is niet gereed op 23 augustus en er is uitstel aangevraagd.
Opslag kernafval doorschuiven
De regering schuift het probleem bovendien meer dan honderd jaar vooruit. De kerncentrale Borssele kwam 42 jaar geleden, op 25 oktober 1973, in bedrijf zonder dat er een eindoplossing was voor het radioactieve afval. Op 20 maart 2013 besloot de regering dat deze kerncentrale tot en met 2033 in bedrijf mag blijven. Bezwaren dat er geen oplossing was voor het radioactieve afval, wees zij af met als argument dat het kernafval “voor minstens 100 jaar bovengronds wordt opgeslagen. Daarna kan ondergrondse opslag plaatsvinden (zogeheten eindberging). In feite schuift de regering het probleem van kernafval door naar toekomstige generaties.
Daar komt nog bij dat er niet genoeg geld opzij gelegd is in een fonds om de definitieve berging te kunnen betalen. Het rendement van het zogeheten Waarborgfonds Eindberging groeit namelijk al 12 jaar minder dan gepland en in sommige jaren krimpt het zelfs. De COVRA heeft tot nu toe de verliezen aangevuld en lijdt daardoor zelf verlies, maar kan dat niet volhouden. De kans is daarom groot dat er over 100 jaar te weinig geld is. In feite zou de exploitant van de kerncentrale Borssele dit tekort moeten aanvullen, maar daarover heeft de regering nog geen besluit genomen.
Mogelijke plaatsen voor opslag kernafval
In 1976 kwam de Nederlandse regering met het plan om radioactief afval op te slaan in de noordelijke zoutkoepels. De regering dacht dat de berging rond het jaar 2000 zou kunnen beginnen. Door verzet op basis van argumenten ging dit plan niet door.
De regering heeft in de jaren 80 en 90 twee commissies ingesteld die rapporten over berging van radioactief afval — aanvankelijk alleen in zoutkoepels, maar later ook in kleilagen — hebben gemaakt. Daaruit blijkt dat zeven zoutkoepels in aanmerking kunnen komen voor opberging van radioactief afval: Ternaard in Friesland, Pieterburen en Onstwedde in de provincie Groningen, Schoonlo en Gasselte-Drouwen in Drenthe, gevolgd door de minder zekere zoutkoepels Hooghalen en Anloo in Drenthe. Op 11 juli 2014 bleek uit een rapport van TNO dat van de kleilagen die in het zuiden van Friesland het meest geschikt zijn: het gaat om gebieden rond Terwispel, Steggerda, Sneek en Bantega.
Het Nederlandse radioactieve afval staat nu in bovengrondse opslagloodsen van de Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval (COVRA) bij Vlissingen. Jaarlijks wordt in Nederland ongeveer 1000 kubieke meter (m3) radioactief afval geproduceerd. Naast het afval van de kerncentrale Borssele hebben we te maken met verarmd uranium, radioactief afval van de Hoge Flux Reactor in Petten, laboratoria, onderzoeksinstellingen, industrie en ziekenhuizen.
Bij de COVRA stonden eind 2014 zo’n 41.500 vaten laag en middelradioactief afval en 2800 containers met verarmd uranium opgeslagen (samen 29.612 m3), evenals 501 vaten met hoogradioactief afval (98 m3).
Voor de bronnen bij het artikel klik hier. Voor veel meer informatie over kernenergie en kernafval klik hier.`
credit afbeelding: Christian Fischer (cc)