De overheidsinkomsten uit het aardgasveld in Groningen waren vorig jaar 12 miljard euro. Dat bedrag is van dezelfde orde van grootte als de hypotheekrente-aftrek. Geen wonder dat de regeringspartijen PvdA en VVD de aardgaswinning niet echt willen verminderen. Dat is een fact of life.
De aardgasbaten uit het Groningen-veld bedroegen vorig jaar 12 miljard euro. De gaswinning uit kleinere velden onder het vaste land en de Noordzee leverden nog eens 2,5 miljard euro op. Daarmee waren de totale aardgasbaten voor de overheid vorig jaar 14,5 miljard euro. Dat blijkt uit een rapport van de Algemene Rekenkamer dat op 7 oktober 2014 verschenen is.
De afgelopen acht jaar zijn de aardgasbaten uit het Groningen-veld telkens een stuk hoger dan die uit de overige velden, kunnen we in het rapport lezen. Hoe de verdeling in de periode daarvoor is, staat niet in het rapport. Wel stelt de Rekenkamer “dat de aardgasbaten al meer dan vijftig jaar een substantiële bron van inkomsten vormen voor de Nederlandse Staat. In totaal ging het in de periode 1960-2013 om circa 265 miljard euro.”
Vanaf medio jaren zeventig tot 1985 stegen de aardgasbaten aanzienlijk, gevolgd door een forse daling in de periode daarna en vervolgens was er weer een geleidelijke stijging. Dit hangt volgens de Rekenkamer “samen met het feit dat de prijs waarvoor Nederland haar aardgas verkocht aan de olieprijs was gekoppeld. Na de oliecrisis in 1973 steeg de olieprijs sterk, maar deze halveerde bijna in 1986. Doordat er tegenwoordig een wereldmarkt voor aardgas is en daar prijsvorming plaatsvindt, heeft de ontwikkeling van de olieprijs nu veel minder invloed op de aardgasprijs dan in het verleden.”
Het gevolg van de dalende olieprijs was dat de aardgasbaten in de jaren 90 ongeveer 4 miljard euro per jaar waren, dus 10 miljard euro lager dan in 2013. De olieprijs is de afgelopen 10 jaar gestegen. Belangrijke redenen hiervoor zijn de spanningen in het Midden-Oosten en de toenemende vraag naar benzine om bijvoorbeeld miljoenen inwoners van China en India voor het eerst een auto kochten. Daarmee steeg de aardgasprijs en daarmee de aardgasbaten. De regering heeft dus geprofiteerd van deze buitenlandse ontwikkelingen en had zonder deze ontwikkelingen vele miljarden meer moeten bezuinigen om te voldoen aan de Europese normen voor het begrotingstekort.
De rekenkamer vervolgt: “Het relatieve belang van de aardgasbaten in de rijksinkomsten is in de loop der jaren wel minder groot geworden. Als gevolg van de oliecrisis in de jaren zeventig van de vorige eeuw besloegen de aardgasbaten in het begin van de jaren tachtig bijna 20% van de inkomsten van de rijksoverheid. Nu is dat nog geen 10%. Dat komt niet doordat de aardgasbaten nu lager zijn dan toen, maar doordat de overige – vooral fiscale – rijksinkomsten inmiddels sterk zijn gegroeid.” Overigens blijkt uit het rapport dat dit aandeel in het jaar 2010 nog 7% was en vorig jaar gestegen is naar bijna 10%.
Volgens de Rekenkamer is niet goed te achterhalen waar de aardgasbaten aan besteed zijn:
“Gedurende het grootste deel van de periode 1960-heden zijn de aardgasbaten in de staatskas gevloeid. Het geld is besteed aan uiteenlopende doelen op de begrotingen van de ministeries en kan zodoende niet worden herleid tot specifieke uitgaven. Een uitzondering vormt de periode tussen 1995 en 2010. In die jaren is een deel van de aardgasbaten in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) gestort. Via dit fonds heeft het geld een traceerbare bestemming gekregen. Het is besteed aan investeringsprojecten die de economische structuur moesten versterken. Het FES-geld werd met dit oormerk verdeeld over een aantal ministeries. Het FES fungeerde dus als een verdeelfonds. Er is in totaal 33 miljard euro in het FES gevloeid, waarvan 26 miljard euro afkomstig was uit de aardgasbaten. Deze middelen zijn voor ongeveer 80% uitgegeven aan investeringsprojecten op het gebied van verkeer en vervoer, zoals de Betuwelijn en de Hogesnelheidslijn.”
Hoeveel van de aardgasbaten naar het Noorden is gegaan staat niet in het rapport.
Er is in totaal 1% van de FES gelden naar het Noorden gegaan. Dus grofweg 1/3 % naar de provincie’s Friesland, Drenthe en Groningen. ja, u leest het goed, 1/3% naar de provincie Groningen, het meeste is verjubeld in o.a. de Randstad, Betuwelijn, Hogesnelheidslijn. Zie onderaan pagina 16 van Rapport Commissie Meijer: http://www.provinciegroningen.nl/fileadmin/user_upload/Documenten/Downloads/Eindadvies_Commissie_Duurzame_Toekomst_Noord-Oost_Groningen.pdf