De opslagmijn met kernafval in de Duitse zoutkoepel Asse dreigt in te storten en vol water te lopen. Het plan is om de vaten weer op te graven. Het kost veel geld om de mijn in stand te houden. Alleen al in 2015 gaat het om 190 miljoen euro. In totaal komen de kosten op zo’n 3,9 miljard euro.
In de zoutkoepel Asse in de Noord-Duitse deelstaat Nedersaksen zijn tot 1978 zo’n 125.000 vaten laag- en 1300 vaten middelradioactief afval opgeslagen. Het laagradioactief afval ligt in twaalf opslagruimtes op 725 tot 750 meter diepte, het middelradioactief afval in één opslagruimte op 511 meter diepte.
Rond 1970 was het de bedoeling dat er ook hoogradioactief afval in zou komen. Dit Duitse plan was een belangrijke reden dat de Nederlandse overheid koos voor opslag in zoutkoepels. Het liep echter anders. Hoogradioactief afval is er nooit opgeborgen. In Asse is op 700 meter diepte het radioactieve cesium-137 vastgesteld. In 2008 werd bekend dat dit cesium al vanaf begin jaren 90 vrijkomt. Er stroomt namelijk dagelijks 12.000 liter water de zoutkoepel in. Het gevormde pekel heeft de vaten aangetast, waardoor er radioactiviteit uit de vaten lekt. Begin jaren 70 werd beweerd dat de opslag in Asse voor eeuwig veilig zou zijn. Nu blijkt er al na 40 jaar radioactiviteit te lekken. Wolfram König, directeur van het Bundesamt für Strahlenschutz (BfS) stelde begin februari 2012 dan ook dat: „De geschiedenis van Asse een schoolvoorbeeld is van hoe men een veilige opberging van kernafval niet moet uitvoeren. In dit schoolvoorbeeld staat beschreven dat er te veel vertrouwd is op technische oplossingen en er te weinig aandacht was voor de grenzen aan de kennis en het nemen van verantwoordelijkheid.“
Uit de zoutkoepel te Asse worden de vaten weer opgegraven, nadat er allerlei voorbereidingen getroffen zijn zoals het aanleggen van een extra schacht en het stabiliseren van het gangenstelsel. Volgens de Duitse minister van Milieu, Barbara Hendricks, kan daarom het opgraven pas in 2033 beginnen, deelde ze in maart 2014 mee. Intussen kost het steeds meer om het gangenstelsel in stand te houden, aldus het BfS op 6 oktober jl.: in 2013 ging het om 110 miljoen euro en volgend jaar is 190 miljoen nodig, onder meer omdat er meer mensen nodig zijn om al dat werk uit te voeren.
Volgens het BfS kost het opgraven van alle vaten uit Asse de belastingbetaler 3,9 miljard euro.