Het ministerie van Economsche Zaken werkt aan een nationaal programma voor de berging van radioactief afval. Tot 21 november is het mogelijk om daar een zienswijze op in te dienen. Omdat er bij de plannen voor berging van kernafval naar de zoutkoepels in Noord Nederland gekeken wordt, hebben we onze zienswijze ingediend. Hieronder de samenvatting, met daarin 10 redenen waarom het startdocument van het ministerie niet voldoet aan de eisen om een zinvolle discussie te voeren.
We roepen anderen op om ook hun zienswijze in te dienen. Daarbij mag uiteraard gebruik gemaakt worden van onderstaande tekst als dat helpt.
Overheidsrapport berging radioactief afval onvoldoende
Aan het Ministerie van Economische Zaken, Programmadirectie Nucleaire Installaties en Veiligheid, o.v.v. Projectplan verkennende studie radioactief afval, Aanleverpunt C-Noord3, A17/18, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.
Postbus.inspraakNP@minez.nl o.v.v. ‘zienswijze projectplan’.
Graag maken we gebruik van de mogelijkheid om tot 21 november te reageren op het zogeheten startdocument voor het ‘Nationaal Programma voor berging van radioactief afval’.
Met onderstaande 10 punten onderbouwen wij waarom het startdocument in onze ogen niet geschikt is als startdocument. Wij stellen dan ook voor dat de regering het startdocument intrekt en opnieuw begint, door eerst vast te stellen hoe een zinvolle discussie vormgegeven zou kunnen worden.
1. Stoppen met kernenergie is een effectieve methode om het probleem van het kernafval in elk geval niet groter te maken dan het al is. Dit komt niet voor in het startdocument.
2. De helft van het startdocument is overbodig omdat het gaat over al afgeserveerde mogelijkheden als het in de ruimte schieten of in de oceaan dumpen van kernafval.
3. Belangrijke ethische vragen worden niet gesteld. Een voorbeeld. Waarom is niet eerst onderzocht of er een oplossing voor het radioactieve afval zou bestaan, voordat begonnen is met kernenergie?
4. Volgens de regering zal het geld dat nu voor berging opzij wordt gelegd de komende honderd jaar groeien. Daarom moet het kernafval eerst honderd jaar bovengronds worden bewaard. Daarmee dicteert de veronderstelde geldgroei ten onrechte het kernafvalbeleid.
5. In augustus van dit jaar kwam de regering met het idee van internationale opslag. Dat houdt in dat ook buitenlands radioactief afval in Nederland opgeborgen kan worden. Daar gaat het startdocument ten onrechte niet over.
6. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat mensen die over 50 of 100 of 100.000 jaar leven, niet te maken krijgen met de gevaren van definitieve berging van radioactief afval in bijvoorbeeld de diepe ondergrond. Daarover zwijgt het startdocument.
7. Er worden rekenmodellen gebruikt om de veiligheid op lange termijn te voorspellen. Maar die modellen zijn onbetrouwbaar. De veiligheid is daarmee onbewezen. Ook hieraan besteedt het startdocument geen aandacht.
8. Het startdocument heeft het niet over de mogelijk geschikte zoutkoepels en kleilagen. En dit terwijl die locaties al wel bekend zijn.
9. Eenzijdige weergave van de feiten. De slechte ervaringen met berging van radioactief afval in de Duitse zoutkoepels Asse en Morsleben worden niet genoemd. Daarmee wordt verzwegen dat er water in de opbergmijnen stroomt. Het pekelwater heeft vaten aangetast. De Duitse overheid heeft in 2012 moeten besluiten 126.000 vaten radioactief afval weer op te graven uit de zoutkoepel te Asse. Hierover zwijgt de Nederlandse regering.
10. In het verleden is herhaaldelijk naar voren gebracht dat een zinvolle maatschappelijke discussie alleen maar mogelijk is onder een aantal randvoorwaarden. Zo zouden bijvoorbeeld degenen die kritisch staan tegenover de opslag fondsen moeten krijgen om hun standpunt nader te onderbouwen. Er moet sprake zijn van een gelijk speelveld als het gaat om (financiële) mogelijkheden om een debat volwaardig vorm te geven. Hier ging en gaat de regering niet op in.
De tien argumenten uiteengezet
Uiteraard hebben we voor al deze punten ook een onderbouwing met bronnen en meer uitleg. Deze is via deze link als PDF te downloaden.